5) Specifieke richtlinen

5. SPECIFIEKE RICHTLIJNEN 5.1. KLEINE BOUWWERKEN Een groot deel van alle aanvragen voor een omgevingsvergunning betreft een klein bouwplan zoals een schuurtje, een serre, een uitbouw, een dakkapel of bijvoorbeeld een carport. Voor deze kleinere bouwplannen zijn richtlijnen van toepassing die vooraf duidelijkheid geven of het bouwplan redelijkerwijs past in de omgeving. In het geval van een vergunningvrij bouwplan wordt niet vooraf getoetst aan de richtlijnen. Er kan wel sprake zijn van een exces, waardoor achteraf toezicht nodig is. Geen beoordeling (welstandsvrij, tenzij) Het bouwen aan de voorkant is in het algemeen van grotere invloed dan het bouwen aan de achterkant. Met het oog op behoud van kwaliteit worden bouwwerken aan de voorkant altijd kritischer beoordeeld. Bij gebieden waarvoor een bescheiden regieniveau van toepassing is vindt vooraf geen beoordeling plaats voor bouwplannen in het achtererfgebied. Bouwplannen op het achtererf zijn dus vrij van beoordeling, tenzij er sprake is van een exces, waardoor achteraf toezicht nodig is. Sturing vooraf op gebruik, situering en massa blijft mogelijk via bestemmingsplan. Voor de definitie van het achtererfgebied sluit deze nota aan bij de definitie zoals bedoeld in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Daarin wordt met ‘achtererfgebied’ het erf bedoeld achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1.00 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen. Ook openbaar toegankelijk vaarwater wordt aangemerkt als openbaar toegankelijk gebied. hoofdbebouwing en voorkant achtererfgebied voorerfgebied openbaar groen openbaar vaarwater openbare weg 44 | Nota omgevingskwaliteit Purmerend

45 Online Touch 5) Specifieke richtlinen Home


You need flash player to view this online publication